Wat gebeurde er op Atjeh? Zijn er wreedheden begaan tijdens de oorlog? Wie is er verantwoordelijk?
Wie Atjeh zegt, zegt Van Heutsz. Voor het eerst is de man zelf aan het woord over Atjeh. Deze uitgave openbaart de brief op poten die Van Heutsz in 1908 naar Nederland stuurde. Hij neemt de nota van zijn toenmalige adjudant H. Colijn over. De latere minister-president van Nederland deelt het standpunt van zijn chef: wanneer je een koloniale oorlog voert, krijg je een koloniale oorlog, inclusief ontsporingen. Alle grote en kleine pijnpunten staan in deze nota. Zoals: het doden van vrouwen en kinderen, of de troepen wel of niet met de trein mogen, kooien voor gevangenen, en het achterlaten van zieke koelies in vijandig gebied.
Het grote pijnpunt ligt bij Van Heutsz, dan gouverneur-generaal van Indië. Er circuleren praatjes over zijn beleid inzake Atjeh. Roddels. Fake news, zeggen we nu. En daartegen moet hij zich verweren? Zijn reactie is geladen. Van Heutsz schrijft sensationeel testosteron-proza. Direct, confronterend en hier en daar provocerend.
JB van Heutsz, Nota Geheim en de Atjeh-rel in 1908, Uitgeverij De Clerq Zubli, ISBN 978 90 827 7200 5 (€ 7.95)